Beste lezers,

Tijdens onze geschiedenis lessen hebben wij ons bezig gehouden met het onderwerp: “Landaanwinning en inpoldering in de Middeleeuwen”.
Wij als leerlingen van de 5e klas van het Gymnasium wisten hier voor het maken van ons verslag vrijwel niets vanaf. Maar dat is zeker veranderd! Om dit onderwerp ook aantrekkelijk voor jullie te maken, hebben we een site gemaakt. In het kort vertellen we de belangrijkste informatie over landaanwinning, inpoldering, terpen en wierden in de Middeleeuwen.
Veel leesplezier!

Isabelle Feenstra
Lara Fennema
Ella de Kleine

Wat is landaanwinning en hoe ging dat in Noord-Nederland in zijn werk?

Landaanwinning is het vergroten van land door middel van verschillende methodes, bijvoorbeeld droogmakerijen, ontginningen en inpolderingen . Deze soorten worden in de volgende onderzoeksvraag uitgelegd, zodat het wat duidelijker voor jullie wordt.
Landaanwinning ging in Noord-Nederland in vijf fasen. Namelijk de eerste bedijkingen aan de kust, gevolgd door de eerste dijkringen wat in feite inhoudt dat de eerste bedijkingen nog hoger opgeworpen werden. De derde fase betreft het binnenland, waar een ware inpolderingsslag gehouden werd. De volgende fase kenmerkt het inpolderen van nog grotere stukken land, zowel aan de kust als in het binnenland. In de late Middeleeuwen, van 1300-1500, werd de laatste fase voltooid: Noord-Nederland werd volledig bedijkt.

Welke soorten landaanwinningen waren er?

Er waren drie soorten landaanwinning:

Indijking is landaanwinning aan de kust. De natuurlijke opslibbende werking van de zee zorgt, met de invloed van het getij(eb en vloed) voor de regelmatige overstroming van voor de kust liggende kwelders. Kwelders zijn begroeide dijken die door landaanwinning verkregen zijn en die alleen bij hele hoge waterstanden onder water lopen.

Droogmakerijen bevinden zich niet zoals indijkingen aan de kust, maar juist in het binnenland.
Het zijn voormalige plassen waar het water kunstmatig is uitgepompt met behulp van werktuigen.


Onder ontginningen vallen alleen het in cultuur brengen van woeste grond (veen, heide en duingronden) en niet de verandering van de bestemming van landbouwgrond, bijvoorbeeld van weiland naar akkerland of van bos naar grasland.

Wat is inpoldering en hoe ging dat in Noord-Nederland in zijn werk?

Inpoldering is een vorm van landaanwinning. Hierbij maakt men een polder. Dit kan op 2 manieren: door droogmakerij en door indijking van gebieden langs de kust die te maken hebben met eb en vloed. Men deed dit door dijken te bouwen en het gebied binnen de dijken leeg te malen.

Wie deden aan landaanwinning en inpoldering in de Middeleeuwen?

Landaanwinning werd vooral gedaan door de bewoners van de terpen en wierden die graag hun land wilden uitbreiden omdat ze op die manier droge voeten konden houden tegen het stijgende water. Ook was de invloed van wereldlijke personen erg belangrijk voordat er landaanwinning ondernomen kon worden.
In Friesland en Groningen was er geen landsheer betrokken bij de ontginningen. Daarom hadden de kloostergeestelijken de leiding bij landaanwinningen. Dit ging vaak om de cisterciënzerkloosters.

Wanneer deed men aan landaanwinning en inpoldering?

Landaanwinning en inpoldering kwam al wel voor in de Middeleeuwen, maar nog niet heel veel. De bekendste droogmakerijen komen uit de zeventiende en negentiende eeuw, dus in feite pas na de Middeleeuwen.

Waarom deed men in Noord-Nederland aan landaanwinning?

Men deed aan landaanwinning omdat er een tekort was aan landbouwgrond. Men wilden meer grond waar ze gewassen konden verbouwen en dit was een makkelijke manier om die grond te krijgen.

Terpen en Wierden

Terpen en wierden zijn heuvels die dienen als bescherming tegen overstromingen. In de eerste eeuw voor Christus is men begonnen met het ophopen van afval en klei, waaruit deze heuvels ontstonden. Er hebben verschillende bevolkingslagen op de wierden in Noord-Nederland geleefd, wat in oude resten van wierdenonderzoek duidelijk geworden is. Vanaf ongeveer 1000 na Christus begon men door de sterk groeiende bevolking en afnemende ruimte in te zien dat het verstandiger was dijken om het laag gelegen landschap aan te leggen, waar men zich toen ging vestigen.

Hoe ontstaan en veranderen de wierden?

Rond 550 voor Christus komen de eerste bewoners op de kwelders wonen. Er wordt gedacht dat het groepjes mensen zijn die voorheen langs de benedenloop van rivieren gewoond hebben, waar ze hebben leren leven in een gebied met sterke invloed van zee. Wierden groeiden in de loop van de tijd in hoogte en in de omvang.

Waarom werden wierden afgegraven?

Rond 1840 werd ontdekt dat de wiergrond uitstekend werd als mest. Die ontdekking leidt tot een industrie van afgravingen. Op het hoogtepunt van de afgravingen worden zelfs huizen gesloopt om de onderliggende wiergrond te kunnen ontginnen.

Dit was onze website over landaanwinning en inpoldering in de Middeleeuwen.
We hopen dat we jullie wat meer geleerd hebben over dit onderwerp!